Glyceria fluitans
Mannagras

Overzicht Glyceria fluitans op deze site
Foto's Glyceria fluitans op internet
Glyceria fluitans bij Kurt Stueber Gruppe Max Planck IZ
Glyceria fluitans in Plantago PlantIndex |
Glyceria fluitans - Groot Vlotgras

OPGELET: huidige wet. naam: Senecio congestus of Tephroseris palustris (zijn synoniemen!!) ;
Afbeelding.
a: bloeiende pluim
b: halm met blad
c: onderste kafblaadje
d: bovenste kafblaadje
e: onderste klepje
f: bovenste klepje
g: bloem met meeldraden, stijl, stempel en honigschubjes
h: zaad
Groeiplaatsen.
Langs slooten, beekjes, rivieren, meeren, met de de onderste bladen zwemmende; ook in moerassige plaatsen geheel op het droge.
Men vindt deze plant door het gansche land.
Kracht, Geneeskundig en Huishoudelijk Gebruik.
Dit gras heb ik reeds, in den staat van Landbouw over 1809 §43, welke is opgenomen in mijn Magazijn van Vaderl. landbouw D.VI, 361 en 362 (*), doen kennen als eene korrel opleverende, even gezond en voedzaam, als rijst en gierst. Het wordt zelfs onder den naam van Oostersche of Poolsche Manna verzonden, en is hierom door onze geleerde mannen Houtuijn, Baster, ST.J. van Geuns en Brugmans, om van buitenlandsche niet te gewagen, ten sterkste aangeprezen. Het verdient op vochtigen grond aangekweekt te worden, en Brugmans wil die als rijstlanden aanleggen. In het wild zou men de korrels kunnen inzamelen door met eene paardenharen zeef tegen de rijpe aren te schudden en die alzoo op te vangen; maar de hulsels laten zich niet gemakkelijk los, en dit vereischt enige moeite.
Voorts zijn de bladen een voortreffelijk voeder voor het vee. Een Engelse landman heeft 5 werkpaarden bijna alleen met dit gras onderhouden van April tot laat in de Herfst ($). De watervogels, vooral de eenden, zijn zeer begerig naar het zaad, en bij eendekooijen diende het vooral gevonden te worden. Zelfs de vissen azen gretig op dit zaad.
De schrijvers hierbij te raadplegen, vindt men veelvuldig opgegeven in J.E. van der Trappen's Herbarium Vivum D.1, No.34, bl.140-145 (£), waarbij ik nog voege, dat volgens Stellingfleet, in Engeland, de beroemde kaas van Cottingham, meestal komt van koeien, welke dit gras gretig opzoeken.
<<Noot Luc: (*) J. Kops, Magazijn van Vaderlandsche Landbouw, Haarlem 1804-1814, in 6 delen.
Jaarlijksche staat van den Landbouw in het koningrijk der Nederlanden, opgemaakt door J. Kops, 's Hage 1806-1828; beide werken zijn helaas nog niet beschikbaar op het Internet. Bronnen: A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden, Deel 10, Haarlem 1862; zie: http://www.dbnl.org/tekst/aa__001biog12_01/aa__001biog12_01_0596.php
(£) J.E. van der Trappen, Herbarium vivum, of verzameling van gedroogde voorbeelden van nuttige gewassen, vooral van dezulke die in Nederland inlandsch zijn of geteeld worden en wier kennis voor landbouw, handel en fabrijken belangrijk is, met derzelver beschrijving, in 2 delen, Haarlem 1839-1843. Ook dit werk niet beschikbaar op het internet.
($) Deze en andere wetenswaardigheden vindt men terug in Benjamin Stellingfleet's Observations on Grasses, p.386-388, die deel uitmaakt van zijn 'Miscellaneous Tracts Relating to Natural History, Husbandry, and Physick', 4th ed., London 1791 ; zie: http://archive.org/details/miscellaneoustra00stil >>

|