Aspidium spinulosum - fijngedoornde Boschvaren

Groeiplaatsen.
In vochtige, beschaduwde zand- en veengronden.
Zij is het eerst als inlandsch opgegeven in het Spicilegium van de Geer N°. 80. (*)
Zij is door deezen gevonden aan den weg tusschen Loosduinen en Monster en op den heiligen berg bij Amersfoort; door De Beijer bij Nijmegen; door den Hoogl. Reinwardt (mss.) in het Haagsche bosch en te Velzen bij Haarlem; door mij zelven bij Utrecht, bij Haren, en Paterwolde; door den Heer Dassen bij Assen en bij Raalte in Overijssel; door den Heer Miquel bij Oostmarsum. Zij zal waarschijnlijk op meer andere plaatsen in ons Vaderland voorkomen.
Huishoudelijk Gebruik.
Hiervan is nog geen nuttig gebruik bekend, dan alleen tot onderstrooijing in de stallen.
<<Noot Luc: (*) Jan Lodewijk Willem Baron de Geer van Jutphaas, 'Plantarum Belgii confoederati indigenarum spicilegium alterum, quo Gorteri Flora VII provinciarum amplificatur & illustratur' (Utrecht 1814); Dat is: Nalezing van in de Vereenigde Nederlanden inheemsche Planten, ter vermeerdering en opheldering der Flora van de VII Provincien van De Gorter.>>

|