Elytrigia repens
Kweek

Overzicht Elytrigia repens op deze site
Foto's Elytrigia repens op internet
Elytrigia repens bij Kurt Stueber Gruppe Max Planck IZ
Elytrigia repens in Plantago PlantIndex |
Agropyrum repens - kruipend Tarwgras (tarwegras)

Groeiplaatsen.
Op bouwakkers, in weiden, heggen, op steenachtige plaatsen.
Algemeen door het gansche land.
Huishoudelijk Gebruik.
Van dit gras kan niet alleen als voortreffelijk geneesmiddel, maar ook tot vele andere nuttige einden zeer veel nut getrokken worden. De wortels kunnen in schaarsche tijden tot brood bereid worden, zoo als zij in Noorwegen en nog in het midden der vorige eeuw in Saxen gebruikt werden. Hiertoe moeten zij gewasschen, gedroogd en fijn gemalen worden, en kunnen dan met eenig meel tot brood bereid worden: ook kunnen zij tot het biermaken dienen.
Dit gras geeft aan het vee een goed voeder. Op slechte, schrale gronden, kan het, volgens een Zweedse schrijver, door S.J. van Geuns, in de Verh. der Holl. Maatsch., D.XXVI, bl. 254 (**)aangehaald, zonder eenigen mest, groeijen, en ook veel hooi opleveren. De wortels zijn ook aangenaam voor onderscheiden vee, behalve voor varkens, volgens verzekering van Linnaeus, en kunnen, gedroogd zijnde, tot een voortreffelijk wintervoeder bewaard worden. In leverziekte der runderen is dit gras zeer nuttig, en bij een hevigen graad dezer ziekte moet men hun een afkooksel van hetzelve geven. De bladen doen de honden braken.
Vooral is de plant van het grootste nut, om aan losse gronden en stuifzand, waarin het reeds van zelf voortkomt en zijne wortels zich gemakkelijk uitbreiden, vastigheid te geven en met eene korst te doen begroeijen. D.G. Schreber, die een afzonderlijk stukje over de bevestiging van het stuifzand schreef, vertaald in A. Bruchausen, Aanwijzing ter verbetering van den Akkerbouw, bl. 298-318, noemt hiertoe dit gras nog voor den duinhelm. De wijze, hoe met deze en andere planten de stuifzanden te doen begroeijen, vindt men opgegeven in het Rapport over de Duinen van Holland, D.II bl. 139-150. De Heer S.J. van Geuns verwondert zich met regt, dat ons gras tot dit einde nog niet beproefd is. Het dient ook zeer, om stevige graswallen vooral bij fortificatiën te bekomen.
Daar de sterk voortkruipende wortel uit elk lidje halmen uitschiet, zoo is dit een der ergste onkruiden in tuinen en op bouwakkers. Door diepe ploeging, veelvuldige egging en bouwing van wortelgewassen is het alleen uit te roeijen. Eene bijzondere egge, met zware lange pennen, te vinden in het Kabinet van Landbouwkundige Werktuigen, N°.27, is hiertoe vooral van nut. De verzamelde wortels niet op den mesthoop te brengen, maar aan het vee te voeren of te verbranden. Men zie over dit alles J.C.D. Schreber, Beschreibung der Gräser, N°26. Mattuschka, Gattenhoff en anderen.
<<Noot Luc: (*)De 4 'verscheidenheden' (Var. arvense, subulatum, dumetorum en glaucum) door de auteur opgegeven worden tegenwoordig als normale variaties beschouwd binnen de populatie.
- (**) Verhandelingen uitgegeeven door de Hollandsche Maatschappye der Wetenschappen, te Haarlem. XXVI. Deel. 1789; daarin de bijdragen van S.J. van Geuns, vanaf blz. 231: 'Welke zijn de onderwerpen, betreffende de Natuurlyke Historie onzes Vaderlands, waar van men, met gegronde reden, te verwachten hebbe, dat eene verdere nasporing ter nutte van het Vaderland vertrekken zal?' De bijdrage over kweek staat op blz. 253-254 zie: http://books.google.nl/books?id=YMc4AAAAMAAJ
- De tekst gaat als volgt: "Kweek- of Honds-gras (Triticum repens L.) Dit zeer bekend gras, het welk, niet alleen in de tuinen en bouwlanden, maar ook aan de zeestranden van Gelderland, Zeeland en Friesland, menigvuldig groeit, zoude mede tot het gemelde gebruik (nl. zandverstuiving) kunnen dienen, en met voerdeel, in de voorduinen en aan de stranden van Holland, kunnen geplant worden. Het is reeds, voor langen tyd, door den heer Schreber, ten sterksten aangepreezen, om het stuifzand te bevestigen, en dorre zandvelden in weiden te veranderen; en deze lof is nog onlangs herhaald door den heer Blom, die hetzelve aanpryst, wegens zyne eigenschap, van veel hooi op te leveren, en op slechte gronden zonder eenige mest te willen groeien. Van het bekend nuttig gebruik der wortels in de geneeskunst, en tot voedsel voor allerlei vee, behoef ik niet te spreeken. Het is te verwonderen, dat men nog geene proeven met deze gemeene plant in ons land genomen heeft, en dat ook de bovengemelde schryvers van dezelve geen gewag maken.>>

|