Trifolium repens
Witte klaver

Overzicht Trifolium repens op deze site
Foto's Trifolium repens op internet
Trifolium repens bij Kurt Stueber Gruppe Max Planck IZ
Trifolium repens in Plantago PlantIndex |
Trifolium repens - Witte Klaver

Groeiplaatsen.
Aan de wegen, doch voornamelijk in onze beste weilanden, zeer algemeen door het gansche land.
Huishoudelijk Gebruik.
Deze plant behoort tot onze beste voedergewassen, en verdient in vele opzichten, geene mindere aanbeveling dan de roode Klaver. Zij is echter minder dan deze geschikt, om gesneden of gemaaid te worden, omdat zij door hare kruipende stengen en lageren stand, bij het maaijen veel minder opbrengt. In vruchbaren grond wast zij echter vrij zwaar, en kan ééne tamelijk goede snede geven; maar des te voortreffelijker is zij, om afgeweid te worden, daar zij den grond zeer digt beslaat. In droogen zandgrond, waar de rode klaver niet zou lukken, slaagt zij wel, en laat zich vooral voordeelig door schapen beweiden. De plant is dus inzonderheid aan te prijzen bij de ontginning van heidegronden en het aanleggen van nieuwe weilanden, wanneer men haar met graszaad uitzaait, te meer, daar zij langer stand houdt dan de roode, en door hare kruipende stengen het onkruid nog meer verhindert op te komen, dan de roode doet; ook kan zij op dezelfden grond spoediger andermaal gezaaid worden: omgebouwd wordende, volgt er een goed graangewas op. Koeijen en schapen blazen hier van veel minder op, dan bij een overvloedig gebruik der roode, en de aangename honigachtige reuk der bloemen maakt het tot een geurig voedsel voor het vee: echter meenen sommigen, dat de schapen, bij een overvloedig gebruik dezer klaver, te bloedrijk zouden worden, zie Oecon. Neuigkeiten A°. 1808. p.165.
Het kan gezaaid worden, zoo wel onder winter- als zomergranen, gelijk de roode klaver, en ook wel met deze vermengd, maar het best onder garst of haver, en Miller keurt het zaaijen onder tarwe volstrekt af. Het zaad kan men gemakkelijk bekomen, door, volgens Thaer, met een kamvormig ijzer over de rijpe zaadhoofdjes heen te strijken, en die in een zak te verzamelen.
De bloemen leveren voor de Bijen veel honig op. Van dezelve kan men volgens Gunner een aftreksel als thee gebruiken, en Gmelin verzekert, dat de Laplanders van de gedroogde bloemen zeker brood bereiden. Het verwelken der bloemen wijst in Noorwegen den tijd van den Hooibouw aan. (Gunner.) — De bladen vouwen zich toe bij vochtig, en breiden zich uit bij helder weder, gelijk die van de Oxalis acetosella. Zij doen dit reeds eenigen tijd tevoren, en zijn dus in zeker opzigt weervoorspellend, hetgeen reeds is aangeteekend door (*)Plinius. Historia nat. XVIII.35. (Linnaeus, Mattuschka.)
<<Noot Luc: (*)Plinius de Oudere, Naturalis Historia: de opgegeven referentie is fout. Men vindt het wel in boek XVIII hoofdstuk 89 (of 129). "Trifolium quoque inhorrescere, et folia contra tempestatem subrigere certum est. De vertaling luidt: " Het is een welbekend feit dat de klaver huivert en dat de bladeren zich oprichten bij het naderen van een onweer." Dit is zowat het tegengestelde van van Halls uitleg. Nochtans is wat van Hall beweert juist. Vermoedelijk dicht Plinius de klaver nogal menselijke gevoelens toe en is het niet letterlijk te nemen. >>

|