Apium graveolens
Selderij

Overzicht Apium graveolens op deze site
Foto's Apium graveolens op internet
Apium graveolens bij Kurt Stueber Gruppe Max Planck IZ
Apium graveolens in Plantago PlantIndex |
Apium graveolens - Sellerij Eppe

Groeiplaatsen.
In siltige gronden.
In Workummer-Nijlanden in Vriesland. Aan den IJsseldijk bij Kampen. Op het Eiland Schokland. Aan slootkanten, buiten Alkmaar †. In Waterland. Omtrent Amsterdam, langs den Amstel, eenige singels en den Muiderdijk. Buiten Haarlem, op de weg naar Sparenwoude, en het Penningsveer. In de slooten tusschen het riet langs de Maas, achter 's Gravendijk. — Door Favrod de Fellens gevonden, om Rotterdam, op vele plaatsen langs vaarten, en aan den Dijk, tusschen den Boezem en de Rotte.
Kragt en Geneeskundig Gebruik.
Wortel, Kruid en Zaden zijn als geneeskrachtig in gebruik. — De Wortel, onder de 5 groote openende Wortels in de geneeskunde gerekend, is nuttig in de verstopping van de buiks-ingewanden, en strekt tot bevordering der pisloozing. Het Zaad is wind-brekend en ontbindend, en behoort onder de 4 kleine verwarmende Zaden. Het Kruid is als geneesmiddel thans minder in gebruik. Het zoude volgens sommigen als een koortsmiddel zijn aan te prijzen.
Huishoudelijk Gebruik.
Zeer bekend en algemeen is het gebruik van Wortel, Steng en Bladen van de Sellerij, als een aangename spijze, zoo wel gelijk salade, als gekookt en in soepen toebereid. Linneus en andere willen, dat zij op haren natuurlijken grond en in het wild groeijende, zoo als ook de afgebeelde genomen is, vergiftig zoude zijn; doch door cultuur de gemelde aangename spijs zoude worden. Miller echter verklaart in zijn Dictionary, door eene 40-jarige ondervinding te hebben waargenomen, dat de scherpe smaak van onze wilde sellerij door aankweking niet vermindert; dat zij ook minder hoog groeit, en zulk een regten Steng niet maakt, als de gewone, welke men teelt. Onze sellerij is het Apium der ouderen, volgens Alpinus, door Haller aangehaald. — De Plant wordt door het vee gebruikt, maar paarden weigeren het. (Linneus, Schreber).

|