Lathyrus tuberosus
Aardaker

Overzicht Lathyrus tuberosus op deze site
Foto's Lathyrus tuberosus op internet
Lathyrus tuberosus bij Kurt Stueber Gruppe Max Planck IZ
Lathyrus tuberosus in Plantago PlantIndex |
Lathyrus tuberosus - Aard-Aker Latyrus ($)

Groeiplaatsen.
Op klei-bouwlanden.
In Overijssel; Gelderland †; het Departement Utrecht †; in de Landen van Voorne en Putten †; In Zeeland † — ook, naar De Gorter's opgaaf, bij den Haag, doch zeldzaam, zoo als zij ook door mij in dien omtrek niet gevonden is.
Huishoudelijk Gebruik.
In ons Vaderland van een gelijk gebruik op onze tafels als de Kastanjes, en wordt hiertoe algemeen van de akkers opgezameld en verkocht. Zeeland levert de beste op. Gekookt zijnde, geven zij een gezond, ligt verteerbaar en aangenaam voedsel op: somwijlen worden zij ook als Kastanjes gebraden. Door Parmentier en anderen, zijn ze wegens het meelstof, dat zij bevatten, en 't geen meer is dan in de Aard-appelen, aangeprezen; als ook om er Brood van te bakken. — Derzelver gebruik als plaatsvervanger der Koffij, is onlangs door J.L. Christ opgegeven in een Duitsch werkje, vertaald in het Hollandsch door R.J. Brouwer. Door misvatting had men dezelve genomen voor het Amandel Cyper-gras, (Cyperus esculentus), het welk reeds eenigen tijd in plaats van Koffy gebruikt wordt: men nam met de Aard-aker gelijke proeven, wier gelukkige uitkomst in het bovengenoemde werkje vermeld wordt. Gesneden in kleine stukjes, 't zij geschild of ongeschild, en als Koffij gebrand, moet zij volgens Christ, verder als Koffij gekookt en gebruikt worden. De Heer Brouwer nam 6 deelen van dezen gebranden wortel; 3 deelen Indiaansche Koffij, en 2 deelen gebrande Siroop, 't welk nog geen 18 st.(*) 't pond beliep: Hij verklaart deze Koffij in smaak, naauwlijks van ware Koffij te kunnen onderscheiden.
De wortel wordt door varkens gretig opgedolven, en de plant is voor paarden, Runderen en geiten aangenaam en gezond, waarom Mattuschka opzettelijk eenige wortels in de weiden gestoken hebben. — De Bijen lezen uit de Bloemen Was en Honig. In het Hanov. Magaz. 1773. was voorgeslagen: de Bijen in den herfst met fijngestoten Aard-akers, bij Honig gevoegd, te voederen, om dezelve te bedwelmen tot besparing van het winter-voeder, maar volgens Beckman behoort dit nog nader bevestigd te worden.
Op de Akker is zij een der ergste onkruiden, het best door opdelving en het laten omwroeten door varkens, uitteroeijen. Wegens derzelver aankweking zie men Ponse Landb. Schoolb. D.I.bl.78.
<<Noot Luc: ($)ook aard-nooten; niet te verwarren met de aardnoot of pinda (Arachis hypogaea), dat een eenjarig (sub)tropisch gewas is.
(*) 18 st. betekent, afgaande op de Franse tekst, 18 stuivers (sous in Fr.)>>
 |