Petasites hybridus
Groot hoefblad

Overzicht Petasites hybridus op deze site
Foto's Petasites hybridus op internet
Petasites hybridus en Tussilago hybrida bij Kurt Stueber Gruppe Max Planck IZ
Petasites hybridus in Plantago PlantIndex |
Tussilago hybrida - Bastaard Hoefblad

Groeiplaatsen.
Aan kanten van dijken, wallen, slooten en vaarten.
Daar de bladen van deze soort en van T. Petasites, volkomen gelijk, en de beide soorten alleen door de bloeiwijze zijn te onderkennen, die echter voor het uitkomen der bladen in het begin van Grasmaand (*), wanneer nog weinige plantkundige waarnemingen geschieden, kan nagegaan worden; zoo schijnen weinige Plantkundigen in de gelegenheid geweest te zijn, om, zoo wel bloemen als bladen van elke soort, op onderscheide plaatsen waartenemen. Wij gelooven ons hierom weinig te kunnen verlaten op De Gorter's opgave van groeiplaatsen dezer beide soorten. — Wij kunnen als zeker melden, dat de T. hybrida gevonden wordt langs de slooten om het Hazepatersveld, buiten Haarlem bij den Hout †, van waar de afgebeelde genomen is, doch welke plaats door De Gorter niet vermeld, maar wel bij de T. petasites wordt opgegeven, schoon onder de menigte, door ons aldaar in den bloeitijd nagegaan, nimmer gevonden. — Commelin had de Petasites aangetekend te groeien tusschen Breukelen en Nieuwersluis, maar De Gorter verzekert, deez de T. hybrida te zijn: voorts laten wij de plaatsen door De Gorter, voor onze soort opgegeven, hier volgen, als: aan de dijkjes in de Wittesteeg te Haren bij Groningen; aan het Bolwerk te Leeuwarden; † bij Herbajum en Dronrijp in Vriesland; bij Harderwijk in de Weisteeg aan de Hoven en omtrent Bisel; te Arnhem op het Glaels; te Westervoort op de Schans; aan de Vaart tusschen Rotterdam en Overschie; en bij Delft. — De Bladen van eene van beide soorten, heb ik aan de Koedijksche Vaart bij Alkmaar; † te Loosduinen bij de Buurt, † en op de wallen van de Willemstad, † in de Zomer aangetroffen, zonder dus te kunnen bepalen, tot welke soort dezelve behoorden.
Huishoudelijk Gebruik.
De Bladen geheel gelaten, zijn onaangenaam voor het Vee, maar klein gesneden en met ander voeder vermengd wordende, zijn ze voor hetzelve aangenaam; (Gmelin) 't geen zeker wel aanmerking verdient, om dat zij eene groote hoeveelheid voeder, die met weinig moeite te verkrijgen is, zullen opleveren: anders behoort zij wegens de grootte der Bladen, welke alle bijstaande Planten onderdrukken , op weiden uitgeroeid te worden. Linn. merkte op, dat Hoenders en ander klein gevogelte bij zwaren regen onder de Bladen schuilen. (Fora Suec.)
<<Noot Luc: (*) Grasmaand: April>>

|