Salix alba
Schietwilg

Overzicht Salix alba op deze site
Foto's Salix alba op internet
Salix alba bij Kurt Stueber Gruppe Max Planck IZ
Salix alba in Plantago PlantIndex |
Salix alba - Witte wilg

Groeiplaatsen.
Aan de wegen, vooral langs den Waterkant.
Een der meest algemeene Bomen in deze Republiek.
Kragt en Geneeskundig Gebruik.
Het is voornaamlyk de Bast, die wegens zyn zamentrekkend en bederfwerend vermogen, ten gebruike wordt aangeprezen. Dezelve wordt door Clossius tegen de anderdaagsche Koorts geroemd, als evenarende den Koortsbast. Murray Bergius en Voltelen hebben egter denzelven vruchteloos gebruikt, ten minsten deszelfs kragt veel minder dan die van den Koortsbast bevonden: als bederfwerend middel, heeft dezelve de uitstekendste diensten gedaan in den Persloop, Rotziekten, Koudvuur, Ulceraten, en in de verzwakte veerkragt der vaste deelen te herstellen. (Voltelen.)
Huishoudelijk Gebruik.
Van dezen Boom komt het gewone Wilgenhout. Dezelve is uitnemend geschikt voor onze lage Gronden, en kan alle Winden en Stormen weerstaan; laat zich bovenal gemakkelyk door stekken voortplanten; wordt in ons Vaderland meest getopt gehouden op de hoogte van 8 of 10 voeten, en als dan Knotwilg of Kniestoof genoemd, en de takken worden om de 6 of 8 jaren gehakt. — Het Hout is zeer week en dradig: het laat zich niet schaven nog zagen, maar kan om deszelfs weekheid en buigzaamheid, waar door het niet ligt barst of scheurt, tot menig gebruik dienen, en gemakkelyk bewerkt worden: het wordt hierom somwylen van Wagen- en Molenmakers gebruikt en ook veel in ons Vaderland gedraaid tot Kaaskoppen, in welke (zo als Houttuin met recht aanmerkt) de eigenschap, van nat geworden zynde by het opdrogen niet te scheuren, hoogst nodig is; waarom 'er ook veel Klompen of Hoosblokken hier te Lande van gemaakt worden; en van de Takken, veel Latten, omtuiningen en Hoepels. — Als Brandhout heeft het weinig waarde, maar het brandt spoedig, gelykmatig en geeft weinig rook. (Hoffman, Suckow.) De Houtskolen van dit Hout, worden door Tekenaars gebruikt, en zyn mede zeer bekwaam tot het maken van Buskruid. (Houttuin.)
De Schors en Bladen waarschynlyk tot looyen te gebruiken. (St. J. v. Geuns) — Van den Bast eene ligt bruine Verw te trekken; (Dambourney) en in koperen Vaten gekookt, eene rode Verw voor Zyde en Wol. (Mattuschka.) — Van het Zaad-pluis kan, even als van Katoen, gebruik gemaakt worden tot het vullen van Matrassen, het drajen van Garen, het weven van Stoffen, het bereiden van Papier. (Houttuin.) — De Vrouwelyke Wilgen niet dicht by Linnen Blekereyen te planten, om dat het wegvliegend Zaad, en ook het Zaaddoosje op het Linnen vallende, vlekken maakt. (Munting.) — De Bloemen geven aan de Byen veel Honig en Wasch. (Mattuschka) Op deze Bladen is zeer algemeen het witte Schuim of Koekoeks-spog, waar onder de Schuim-Cigale, Cicada Spumaria, verscholen is. (Blumenbach. Hoffman.)

|