Tussilago farfara
Klein hoefblad

Overzicht Tussilago farfara op deze site
Foto's Tussilago farfara op internet
Tussilago farfara bij Kurt Stueber Gruppe Max Planck IZ
Tussilago farfara in Plantago PlantIndex |
Tussilago Farfara - Donsagtig Hoefblad

Groeiplaatsen.
Op Kley gronden.
In het Westquartier van Groningen op de kley †, buiten Franeker en elders op de kley †, ook in de Wouden van Vriesland op Bouwlanden †, op de kley tusschen Utrecht, Zeyst [Zeist] en Houten †, rondom Vianen †, in de Beemster †, te Hondsholredyk [Honselaarsdijk] agter het Lazaret †. — Omstreeks Alkmaar, buiten Utrecht, om Leyden [Leiden] buiten de Rhynsburgsche Poort, in den Haag tusschen stenen en in tuinen, om Rotterdam, en vooral aan de westzyde van den dyk van het nieuwe Werk, langs den dyk by Weurd buiten Nimwegen [Nijmegen], op het eiland Tholen, en elders.
Eigenschap.
Wortel, Kruid en Bloemen zyn allen slymaartig: de Bladen egter meer dan de overige delen, en min of meer bitter.
Kragt.
Men gebruikt dezelve voornaamlyk als thee getrokken, of in een afkookzel tegen hoest en borstkwalen; doch zy hebben geen meerder vermogen dan de Wortel van de Althaea officinalis, en komen by verre na niet by de Lichen islandicus Yslandsche Mosch.
Huishoudelijk Gebruik.
Wordt gegeten door Paarden, Schapen, Varkens en Geiten. (Linn.) De Bloemen zeer gezogt door de Beyen, en voor dezelfde zeer heilzaam in de Lente. (Sw. Abh.) De Bladen gedroogd zynde, zouden als tabak kunnen gerookt worden volgens Gattenhof, doch de proeven, hier van door my genomen, hebben my van het tegendeel overtuigd. De Wortels bewaren de oevers der Rivieren voor affschuring. Uit de vezels van den Wortel eene stof te verkrygen, die als tonder(*) ligt vonken vat (Linn. Fl. Suec. Mattuschka).
De Plant wyst altoos een kleygrond aan, en is een der schadelykste onkruiden voor Bouwlanden, om dat hare grote bladeren de gewassen in hun eersten groei verstikken of onderdrukken; en hare wortelen zeer veel plaats en voedsel voor andere Planten weg nemen. Zy is te gevaarlyker, om dat de Landman den Bloem, zonder bladeren te voorschyn komende, ligtelyk voor den Paardenbloem Leontodon Taraxacum aanziet, en hier door deszelfs zaadpluis, gelyk aan dat van den Paardenbloem, ongehinderd laat voortstuiven, waar door zy zich zeer snel vermenigvuldigt; terwyl hare wortelen zeer moeilyk zyn uit te roejen, om dat dezelve afgebroken zynde, telkens weder aangroeien. De voormaals Oeconomische Tak heeft in zyne verhandel. Landbouw No. 14. middelen opgegeven, om dit onkruid uit roejen, waar toe onder anderen wordt aangeprezen het by tyds afsnyden der Bloemen; het zaaien van Paardenbonen, of poten van Aardappelen, waar tusschen het onkruid te gemakkelyker kan uitgetrokken worden; het diep ploegen in September by nat weder om den Wortel te doen rotten, mids daar op vervolgens Paardebonen of Haver zaajende; een laatstelyk het klaveren en beweiden.
(*) noot Luc << Tonder of tondel is een licht ontvlambare stof die gebruikt werd om vuur aan te maken; bvb de Tondelzwam>>

|